dinsdag 11 december 2012

Golfen in de Algarve: een sjieke dame, een vamp en de buurvrouw



Penina golfresort vanaf het balkon bij zonsondergang (Foto's: Ruud Taal)
Algarve is één van de meest populaire golfstreken in Europa. In november speelde ik op drie banen, alle zeer verschillend. Benamor, nabij Tavira, is het charmante, oude dametje van de drie. Oud geld, stijlvol, wars van uiterlijk vertoon. Niet groot van stuk (relatief veel korte par 4 holes in het begin), maar ze komt toch steeds weer verrassend en intelligent uit de hoek. Nergens verloochent ze haar afkomst.

Monte Rei, een stukje verder richting Spanje, is de vamp. Ze weet wat ze wil: luxe, comfort, rijke mannen (greenfee van 190 euro p.p.). Maar oh, wat ligt ze er mooi bij en wat kun je van haar genieten als je haar een keer kunt bespelen. Van top tot teen tot in de puntjes verzorgd en uitdagend, van begin (valet parking) tot eind (we maken de clubs nog even schoon, ze liggen over vijf minuten in de auto) gericht op ultieme verwennerij. Over deze vamp ga ik het een andere keer hebben.
De derde baan ligt meer aan de westkant van de Algarve, bij Portimao: Le Méridien Penina Golf & Resort. Het is een luxe 5 sterren resort met alles erop en eraan, volledig gericht op golfers, die terecht kunnen op  een 18 holes championship course en nog twee 9 holes banen. Hier vond een internationaal toernooi voor golfende journalisten (niet te verwarren met golfjournalisten) plaats.

De wedstrijd ging vroeg van start.
Vergeleken met Benamor en Monte Rei leek de championschip course in eerste instantie een beetje op de buurvrouw om de hoek. We hebben er allemaal wel zo een: leuk, aardig, behulpzaam maar niet heel spannend. Een parkbaan zoals er vele zijn, met, net als de buurvrouw, weinig echt grote hoogteverschillen. Ze had evenwel verborgen kwaliteiten die opeens in het landschap opdoemden, en bovendien soms lelijke fratsen. Hole 5, een niet al te lange par 5, was zo'n verrassend leuke eigenschap. Na vier 'gewone' par 4 holes, troffen we nu een dogleg naar links en dan een flinke waterpartij voor de green. Het water maakt het noodzakelijk dat je niet van al te grote afstand de vlag moet zoeken. Als je niet goed oplette zag je pas nadat de hole was gespeeld dat je het water ook rechts kon passeren, door eerst een slootje over te steken. Aan de andere kant van de sloot liep de fairway namelijk gewoon door. Het is zo'n hole die je eigenlijk direct nog een keer wilt spelen omdat je denkt dat het beter kan als je alles maar van tevoren geweten had. Zo waren er nog wel een paar hoogtepunten (hole 15) die er voor zorgden dat je de buurvrouw toch opeens met een andere blik ging bekijken. Zou ze...?
Hole 13, een par 3 is ooit opgenomen op een lijst met de 500 mooiste holes van Europa. Over de vraag of dat terecht was verschilden de buurmannen (en buurvrouwen) behoorlijk van mening.
De fratsen van deze  dame bleken vooral tegen het eind, als je er eigenlijk niet meer zo op rekende. Opeens lagen er listige slootjes op lastige afstanden in de baan. Gniffelend constateerde de buurvrouw dat menig golfer erin trapte: moet je maar beter opletten jongen!
In die streken van de dame trap je natuurlijk niet nog een keer, dus ga je de volgende dag de baan op in de overtuiging de score van dag 1 wel 'even' te zullen verbeteren. Dat viel tegen. Soms lijkt een baan gemakkelijker dan ze uiteindelijk blijkt te zijn. En dat is wel zo leuk.




donderdag 6 december 2012

Wie wil er nou naar Suriname?

Suriname presenteert zich tijdens de komende vakantiebeurs met 'een groter reisaanbod dan ooit', met als nogal ambitieuze (en tamelijk onhaalbare, dunkt mij) doelstelling om in de top drie van meest gewilde vakantiebestemmingen te komen.
Dit roept de vraag op: wie wil er nou eigenlijk naar Suriname.
Wel nu: Nederlanders, natuurlijk.
Er zijn vast meer van die landen, waar niemand naar toe gaat behalve toeristen uit een bepaald land. Veelal omdat er een gezamenlijk koloniaal verleden is. Suriname is zo'n land: daar wil geen toerist naar toe behalve een Nederlandse toerist. En het is nog begrijpelijk ook.
Wat is er begrijpelijk?
Het is allebei begrijpelijk. Dat Nederlanders er naar toe willen en dat er verder geen enkele andere toerist naar toe wil.
Als je als Duitser, Fransman, Pool of Let die kant op wil, kiest je natuurlijk niet voor Suriname als vakantiebestemming. Suriname heeft Paramaribo te bieden, plantages en prachtige jungletochten - maar andere landen hebben op hetzelfde gebied meer en beter en spannender.
Voor Nederlanders is Suriname leuk omdat Suriname nog steeds een beetje Nederlands is. We horen er meer over, weten er meer van dan van andere landen in de regio. Er wordt echter Nederlands gesproken dan op de Antillen,  namen van gebouwen en straten zijn Nederlands, de plantages waren van Nederlanders en toen er in Suriname nog volop suiker werd verbouwd kwam dat door de Nederlanders, omdat ze er in Wageningen een sport van maakte daarmee succesvol te zijn op feitelijk ongeschikte grond.
Paramaribo is een mooie stad, met vriendelijke en vrolijke mensen. Een beetje 'lieve' stad ook, klein, kneuterig, aangenaam. Het zou een prachtige stad kunnen zijn als er een paar miljard in geïnvesteerd werd. Oh, stel je een deskundig gerestaureerde houten koloniale bebouwing voor, bomen in de straten zoals vroeger. Nu wordt zelfs het ministerie van Volkshuisvesting gestut met balken, anders stort het in.
Je kunt spectaculaire tochten maken de jungle in, eerst met het vliegtuig, dan verder met kano's, bijvoorbeeld naar Awarradam, één van de populairste 4-5 daagse tochten het binnenland in. Slapen doe je in houten 'kamers' op palen, je bezoekt indianendorpen en luistert naar de dierengeluiden. Veel spectaculairdere tours zijn er overigens ook.
Ik ben er geweest. En ik wil best nog een keer terug.
Dit is de de officiële website over toerisme naar Suriname, er zijn betere.

maandag 26 november 2012

Ontdek onbekend Java

Bali is met afstand de meest populaire Indonesische vakantiebestemming. Bali is zo bekend dat ik vermoed dat er heel wat mensen zijn die denken dat het een zelfstandig vakantieland is, in plaats van één van de meer dan 17.000 eilanden die Indonesië telt.

Java is als vakantiebestemming minder bekend. Het is eveneens een eiland maar dat is een relatief begrip: het is drie keer zo groot als Nederland en er wonen 114 miljoen mensen. Dat heeft mede te maken met het feit dat hier steden zijn te vinden zoals de hoofdstad van Indonesië, Jakarta (ooit Batavia) en Jogjakarta. Van alle inwoners wonen er alleen al zo'n 25 miljoen in het verstedelijkte gebied van Jakarta.

Maar Java is heel wat meer dan een eiland met enkele (zeer) grote steden. Het is ook een 'land' met slaperige dorpen en authentieke plaatsen, verrassende natuur met onder meer de Bromo vulkaan (foto) en wereldberoemde bezienswaardigheden zoals de Borobudur, een toeristisch heiligdom gebouwd in de periode 750- 850. Ze hebben er dus best een tijdje over gedaan.

Een mooie manier om Java te ontdekken is met de individuele backstage rondreis van AmbianceTravel, met als bijzonder hoogtepunt de treinreis van van Bandung naar Banjar, waarmee je vrijwel het hele eiland doorkruist. De Borobudur wordt uiteraard bezocht en er is een jeepsafari naar Mount Bromo. Naar zeggen kun je hier de mooiste zonsopgang van je leven aanschouwen. Al is het de op een na mooiste, dan nog lijkt dat zeer de moeite waard.

Zoals gebruikelijk bij AmbianceTravel slaap je onderweg in bijzondere, sfeervolle, doorgaans kleinere accommodaties, zoals in een design boetiek hotel in Jakarta.
'AmbianceTravel staat voor authenticiteit in combinatie met comfort, voor ontdekken in combinatie met relaxen. Dat komt ook helemaal in deze backstage rondreis op Java naar voren: op een comfortabele manier het echte Java leren kennen,' zegt Ruud de Meer van de reisorganisatie.

donderdag 15 november 2012

Peperduur en in no time uitverkocht

Het is crisis. De (nu ook: Nederlandse) consument is als de dood voor de komende jaren en weigert geld uit te geven waardoor we alleen maar nog meer in de penarie terecht komen. Zelfs sinterklaas gaat dit jaar minder besteden, naar het schijnt. Dan moet het wel erg zijn.
Wat mooi om dan opeens te horen dat er ook mensen zijn die er helemaal niet tegen opzien om bijna 12.000 euro (vanafprijs welteverstaan) per persoon uit te geven aan een leuke vakantiereis van iets minder dan drie weken.

Dat overkwam Incento, reisorganisatie gespecialiseerd in bijzondere treinreizen overal in de wereld. In De Telegraaf werd geschreven over Safari on Rails, een achttiendaagse reis van Dar Es Salaam in Tanzania naar Kaapstad in Zuid-Afrika. Je doorkruist in tien dagen vijf landen en dat een beetje in de stijl van de jaren '20 en '30. De Rovos Rail trein is eersteklas hotel voor maximaal 72 gasten, die een zeer comfortabel privécompartiment ter beschikking hebben (een suite kan ook, zie rechtsonder, kost wel een beetje meer) en ook culinair niets tekort komen in het rijdende restaurant. Alle maaltijden maar ook drankjes (ook de wijnen) aan boord van de trein zijn inclusief. Onderweg worden lezingen gegeven en verhalen verteld, geheel in de stijl van de trend 'story telling'. Behalve in de trein slaap je ook nog twee nachten in een luxe lodge (inclusief safari's), een nacht in het Victoria Falls Hotel en een nacht in Kaapstad.

De geplande reis in oktober 2013 was in no time uitverkocht, er is inmiddels een wachtlijst en de boekingen voor 2014 komen binnen.

Het is crisis. Maar gelukkig voor de reiswereld - en ook voor onze economie - niet voor iedereen. Het geld moet rollen, anders komen we nooit uit de ellende. Fijn dat deze mensen zo aardig zijn om hun steentje te willen bijdragen.

donderdag 8 november 2012

Is India echt zo beroerd?

Een kennis van me was pas op vakantie in India. Toen ik vroeg het het was geweest, mailde hij me een kort-door-de-bocht verslag, dat niet bepaald als een aanmoediging kan gelden voor het boeken van een vakantie naar dat land. Ik ben er (helaas, dacht ik tot nu toe) nooit geweest. Vraag me af of de beschrijving van de ervaring, hieronder verkort weergegeven, overeenkomt met die van andere India-gangers.

Vliegen om de bezienswaardigheden te bezoeken loonde de moeite. We hebben alle hoogtepunten afgevinkt inclusief het heel bijzondere Kajarahu in midden India. Helaas was het naburige grote nationale wildlife park gesloten - omdat de 200 tijgers die daar ooit waren allemaal zijn gedood om Chinezen hun viagra poedertjes te kunnen verkopen.
India staat stijf van de corruptieschandalen die al dan niet (Kingfisher niet, Khana national park wel) in de doofpot belanden. De politiek daar is ronduit bizar. Je kunt het niet eens als een graaicultuur omschrijven, het is meer een soort volledige faillissements uitverkoop.

India heeft een menselijk drama. Overbevolking. De banengroei houdt bij lange na geen gelijke tred met de bevolkingsgroei en dat is dan nog met de volledige uitsluiting van vrouwen op de arbeidsmarkt. Alleen bij de overheid werken (waarschijnlijk door een quotaregeling) wat vrouwen maar dat is het dan ook. Voor elke nieuwe baan worden twintig kinderen geboren. Denk aan de bevolking van China met de banenmarkt van België. En al die kinderen lopen op een gegeven moment op straat, letterlijk. ..en sjacheren.
De overlast van ongewenste verkoop/proppen en bedelen is ondraaglijk. Koppel daar een volledig gebrek aan verkeersregels aan en het is een gebrabbel, getoeter, gejengel en geschreeuw vanjewelste.
Na twee weken zaten we er volledig doorheen. We zijn toen doorgereisd naar Goa, hebben daar wat resortgehopt totdat we er een vonden die redelijk beschaafd was en geen Pakistaanse cricketteams te gast had of overmatig veel Russische tourgroepen (ook een plaag) en daar hebben we het uitgezongen totdat we een vlucht terug konden regelen.
Ik bespaar je verhalen over de stank, smerigheid, gebrek aan vuilnisophaaldienst (ze verbranden plastic etc in de goot) boerderijdieren in de straten, wilde honden overal, onbenul omtrent hygiëne in de horeca, de muggen en kraaien (lichamen buiten verbranden en dan het stoffelijk overschot het water induwen trekt aasgieren aan). India was kortom bagger.. maar het was wel lekker weer. Twee dagen bewolking en de rest zonnig en 35 graden.

woensdag 7 november 2012

Gewoon niets doen in Pai in Thailand

Er zijn van die landen of plaatsen waar je nooit bent geweest, waar bijna niemand van heeft gehoord en waarvan je toch met zekerheid weet dat je daar op een dag naar toe moet. Pai, in het noorden van Thailand, is zo'n plaats. Dat ik er wel van gehoord heb komt door mijn dochter die er tijdens haar 'wereldreis' enige tijd verbleef. Haar omschrijving: 'Als je eenmaal aankomt in Pai weet je dat je niet meer weg wilt. Dat is de regel van Pai. Uiteindelijk vertrekken de meeste mensen wel weer, maar niemand wil.'

Pai laat zich omschrijven als een backpackers plaatsje, op een uurtje of drie en 762 bochten (130 km) met de bus van Chiang Mai. Het is niet groot, er wonen zo'n 2500 mensen: Thai en westerlingen die er inderdaad voor hebben gekozen om te blijven. Die westerlingen zien er veelal uit als hippies en gedragen zich als hippies - in de rest van de wereld een uitstervend ras maar hier niet. Zelfs in vergelijking met andere delen van Thailand is de sfeer hier vriendelijk en relaxt en dat zegt heel wat.
Overigens is het eerder genoemde 'bijna nooit van gehoord' een relatief begrip: op de website van het Thais Verkeersbureau las ik dat er inmiddels zo'n 200.000 bezoekers per jaar komen. Geen wonder dat toerisme de belangrijkste bron van inkomsten is. De mededeling at er niet meer hoog mag worden gebouwd klinkt eerder verontrustend dan geruststellend want dat het (blijkbaar) eerder wel mocht clasht met mijn beeld van Pai. Gelukkig meldt mijn dochter dat ze zich geen hoogbouw kan herinneren, kleine huisjes zijn de regel. Zal dus wel een ongelukkig geformuleerde voorkomingsmaatregel zijn.

Pai ligt aan de gelijknamige rivier, een rustig stromend water en temidden van groene, glooiende velden met daarachter bergen. Overdag bezoekt de toertist een warmwater bron of waterval, maakt een boottocht of een tocht op de rug van een olifant. Als je geen toerist meer bent of je geen toerist meer voelt, valt er overdag niet zoveel te doen in Pai. De hangmatten schijnen er populair te zijn. Maar 's avonds komt het volk tot leven en begeeft zich naar de vele bars en restaurants, zit op kussens, maakt muziek en drinkt het een of  het ander, tot het tijd wordt om het hutje weer op te zoeken.

 Hier wil ik dus nog een keer naar toe.




zondag 4 november 2012

(London)Derry en het verhaal van Bloody Sunday

'Big stories, big audiences', is een gezegde dat voor heel wat toeristische bestemmingen opgaat. Voor Cuba bijvoorbeeld, voor Israël en voor Vietnam. Landen met een voor velen 'levende' geschiedenis die het land toeristisch extra aantrekkelijk maakt voor een bezoek.
In zekere zin geldt dat ook voor Derry, stad in Noord-Ierland, behorend bij het Verenigd Koninkrijk waarmee het de Engelse pond en links rijden gemeen heeft. Stad ook van Bloody Sunday, wereldberoemde song van U2. Bloody Sunday was in Derry een triest dieptepunt in de strijd tussen katholieken en protestanten, tussen het Engelse leger en de IRA en haar aanhangers. Op 30 januari 1972 werden zeventien demonstranten, voor het merendeel tieners, dodelijk getroffen door Engelse kogels. In tegenstelling tot Belfast, waar de bloedige strijd tussen leger en IRA grotendeels onzichtbaar is, is de jonge geschiedenis in Derry overal aanwezig en tastbaar. Het meest markant zijn de levensgrote muurschilderingen in de wijk Bogside, toen en nu een katholiek bolwerk. Aan de rand ervan vonden de jongeren de dood.
Een paar maanden geleden was ik Derry en schreef er een artikel over voor de Reisrkrant in De Telegraaf.

Tips voor bezoek aan Bangkok


Bangkok is het startpunt voor iedereen die een rondreis door Thailand maakt. Je kunt er gemakkelijk drie of vier dagen doorbrengen. Natuurlijk bezoek je de 'roze buurt' Patpong, het Koninklijke Paleis en je maakt een boottocht door de Klongs van Bangkok en gaat naar de Floating Market (foto). Veel meer minder bekend is de fietstocht door de stad, die in mijn persoonlijke top drie staat, en ook wordt genoemd in mijn boek De vrouw van de ambassadeur. Tot mijn top drie behoort ook de weekendmarkt Chatuchak, die net buiten de stad te vinden is. Hier zijn zo'n 15.000 winkels en je koopt er etenswaren, schoenen, (sport)kleding, levende kippen of andere dieren, maskers, paraplu's, kunst of namaakkunst, horloges, sieraden en zo'n beetje alles wat je ook elders in Thailand kan kopen. Er zijn -natuurlijk- talloze restaurantjes. De sfeer is er wat relaxter dan in de stad maar druk is het er altijd. Het is voor kraamhouders of winkeliers, net hoe je ze wilt noemen, natuurlijk veel leuker als je wel iets koopt maar alleen aan rondlopen en je ogen uitkijken heb je genoeg.
Een derde tip is het restaurant Cabbages & Condoms. Een groot restaurant in de stad, levendig versierd met condooms in allerlei soorten en maten. Bij de rekening worden condooms afgeleverd bij wijze van pepermuntjes. Een deel van de opbrengst van het restaurant wordt besteed aan allerlei projecten ter voorkomen van de verspreiding van hiv/aids. Kijk hier voor meer tips over Bangkok.